Visie: de KNVB

Tegenwoordig wordt door de KNVB allerlei 'excursies' georganiseerd waarin trainers, begeleiders en bestuursleden van gedachten kunnen wisselen met elkaar. Ook is de KNVB verantwoordelijk voor de opleiding van coaches. Op zich is daar niets mis mee, ware het niet dat er gezocht wordt naar een soort compromis over wat het beste voetbal zou zijn, en hoe je het beste kunt trainen. Compromissen zorgen over het algemeen voor een halfslachtige aanpak.

Ik zal een voorbeeld geven. Volgens de KNVB is een positiespelletje 4 tegen 4 de beste manier om positiespel te trainen. Vooropgesteld, ik heb het altijd al vreemd gevonden, die positiespelletjes in een vierkant. Of het nu 5 tegen 2, 6 tegen 3 of 4 tegen 4 is. Een voetbalveld is niet vierkant, in het veld staan er nooit maar 1 of 2 spelers in het midden (tenzij er een hele slechte coach op de bank zit) en de rest staat zeker niet ergens aan de rand van het veld balletjes op te wachten.

In mijn eerste bericht meldde ik al dat ik een Cruijff-adept ben. Ik heb zodoende ook geprobeerd om uit te vinden hoe hij trainde in zijn periode bij Barcelona. Hij had het over een positiespel 3 tegen 3, met 2 buitenspelers die bij de balbezittende partij hoorden. Bij balbezit was het dus 5 tegen 3. De gedachten hierachter zijn dat bij balverlies er snel omgeschakeld dient te worden, de 3 verdedigers positioneel leren verdedigen (tegen een overmacht) en de 5 spelers leren de situatie uit te spelen over de flanken. Het spel werd overigens gespeeld met 2 keepers.

Dit is nu een positiespel met een gedachte. Wat is de gedachte achter het veelgeprezen 4 tegen 4? Het zou het meest wedstrijdgericht zijn en spelers zouden het best leren vrij te lopen. Het meest wedstrijdgericht? In de wedstrijd laat ik ze altijd spelen in driehoeken waarbij 1, 3, 5 of 7 spelers belangrijk zijn. Of wellicht bedoelen ze met 4 tegen 4 de meest simpele vorm van voetbal, de 4 middenvelders van een 4-4-2 tegen de 4 middenvelders van de tegenpartij?
Daarnaast zouden spelers goed leren vrij te lopen omdat ze constant in beweging moeten zijn. Dat klopt, maar dit geldt ook voor 2 tegen 2, 3 tegen 3, 5 tegen 5 en ga zo maar door.

Ook hier mis ik de gedachte achter hetgeen je doet. Waaróm doe je wat je doet. Andere trainers zitten mij dan wederom vaak vreemd aan te kijken. Het probleem hier van is dat wanneer jij geen gedachte hebt, de spelers het ook niet hebben en dus maar wat doen in het veld. Dit is de reden van het feit dat wanneer je bij jeugdwedstrijden gaat kijken er niet of nauwelijks aan combinatievoetbal wordt gedaan en het individuele talent wedstrijden beslist.

2 opmerkingen:

  1. 4 tegen 4 is handig als je het spelen in een ruit wilt promoten. Dus met een nummer 10 en doorgeschoven middenvelder of in een 4-4-2. Je hebt op het veld dan verschillende ruiten. Uiteraard zijn er veel meer driehoeken te bekennen op het veld. Het grote nadeel van 4 tegen 4 oefen zie je nu terug in het NL voetbal. Je hoeft niet meer over te steken. Je hoeft niet meer over je linie heen te lopen. Ik bedoel hiermee dat je in een 3 tegen 3 altijd iemand hebt die de diepte moet gaan zoeken achter de linie van de tegenstander dit middels een 1,2tje of een actie of snelle passing. Bij een 4 tegen 4 hoeft dit niet de voorste man fungeert als spits en wordt geachte te kaatsen of zelf door te draaien of een ruimte in te lopen. De rest blijft rustig achter de linie totdat ze mogen schieten of voorzetten. Je krijgt dus veel statischer spel. Ga zelf dan tegenwoordig ook liever voor de 3 tegen 3 lijndribbel dan een 4 tegen 4 of inderdaad een 5-3.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 5 tegen 3 is inderdaad ook een mooie variant. Zo zijn er wel duizenden te verzinnen natuurlijk :-)

    BeantwoordenVerwijderen